Herstellen van de plaatselijke biodiversiteit, hoe doe je dat? (2024)

Vóór de jaren zestig van de twintigste eeuw waren er dassen, ringslangen en kieviten in overvloed in het agrarische landschap dat nu Utrecht Science Park is. Maar toen wegen en gebouwen oprukten in het gebied trokken deze populaties zich terug. Nu nodigt een toegewijd team aan de Universiteit Utrecht ze uit om terug te komen. Wat is er voor nodig om biodiversiteit te herstellen in een heel landschap?

Slechts enkele decennia geleden zag je tijdens een wandeling door Utrecht Science Park op een gewone lentedag ruim 100 weidevogels nestelen. Soorten zoals de grutto, veldleeuwerik, tureluur en patrijs kwamen veel voor, en zijn sindsdien verdwenen uit het USP. Hun aantallen zijn zo drastisch afgenomen dat ze nu op de rode lijst van broedvogels in Nederland staan, een duidelijke geheugensteun hoe snel een soort praktisch kan verdwijnen als hun habitat verandert.

Er is één drijvende hoofdfactor achter de afname van weidevogels en veel andere dier-en plantensoorten: de aftakeling en fragmentatie van hun habitat. Dus door de ecosystemen waar deze soorten ooit gedijden te herstellen – en met elkaar te verbinden, hoopt een team aan de Universiteit Utrecht ze toch nog terug te brengen.

We zullen laten zien dat het herstel van de lokale biodiversiteit mogelijk is.

Een ambitieus herstelproject

“Het verlies aan biodiversiteit in Utrecht Science Park, net als overal op de wereld, is ontmoedigend. Maar wij gaan laten zien dat herstel van de plaatselijke biodiversiteit mogelijk is,” zegt Dorinne Raaimakers, de programmamanager van Biodiversiteit aan de Universiteit Utrecht. Het team wil twintig gidssoorten terugbrengen vóór 2035, waaronder dassen, steenuilen, reeën en grote modderkruipers. Deze soorten dienen als indicator voor de staat van de biodiversiteit in het gebied. Als de argusvlinder, nog een gidssoort, wordt gezien in het gebied betekent dit dat de omstandigheden ook geschikt zijn geworden voor andere bestuivers om terug te keren.

“We willen niet alleen dat deze soorten langs het Science Park komen; we willen dat ze blijven, voedsel vinden en hier ook nestelen,” benadrukt Raaimakers. Volgens haar is de terugkeer van deze soorten belangrijk vanwege hun eigen intrinsieke waarde als levende wezens, maar ook om hun bijdrage aan de biodiversiteit en het functioneren van het ecosysteem. “Biodiversiteit is cruciaal voor ecosysteemdiensten zoals klimaatbeheersing, bescherming tegen overstroming en voedselzekerheid. Insecten bestuiven fruitbomen en andere gewassen,” legt ze uit. “Een groene omgeving bevordert ook de gezondheid van de medewerkers, studenten en patiënten die het Science Park bezoeken. Het creëren van de juiste milieu-omstandigheden voor deze soorten is daarom cruciaal voor ons eigen welzijn.”

Uiteraard is voor het herstellen van complete ecosystemen voor zo'n diverse groep soorten eerst wat landschapsbouwwerk nodig. Hoe wist het team welke habitats hersteld moesten worden, of welke soorten prioriteit moesten krijgen? “Herstel moet ecologisch kloppen,” zegt Raaimakers. “Dat is waarom de Universiteit Utrecht een Biodiversiteitsraad heeft aangesteld wiens kennis en expertise heeft geholpen om te bepalen welke soorten karakteristiek zijn voor het gebied en het meest veelbelovend voor herstel.”

Duurzame ontwikkeling

De professor in Land Use and Biodiversity aan de Universiteit Utrecht en voorzitter van de Biodiversiteitsraad, Merel Soons, legt hun aanpak uit: “We hebben onderzoeken bekeken die de biodiversiteit van het gebied omschrijven van voordat het het Utrecht Science Park werd zoals we dat nu kennen. Op basis van de soorten waarvan is vastgelegd dat ze er waren, hebben we geconcludeerd wat de habitats zijn die deze soorten ondersteunen, met overweging van bodemomstandigheden, klimaat en hydrologie van het gebied,” zegt Soons.

Als de archieven tekortschoten, werden de gaten ingevuld door het oordeel van experts. Gegevens over vogels waren bijvoorbeeld omvangrijk, maar die voor reptielen en amfibieën waren dat niet. Het team identificeerde zes sleutelhabitats die noodzakelijk zijn voor de twintig gidssoorten om te overleven. Gewone dwergvleermuizen hebben bijvoorbeeld gebouwen nodig om in te nestelen, terwijl reeën dol zijn op bosachtige gebieden met open velden. Kamsalamanders, ringslangen en bruine korenboutlibellen hebben open water en brede aquatisch-terrestrische transitiezones nodig.

De punten met elkaar verbinden

Maar het onderling verbinden van habitats is net zo belangrijk als het herstellen ervan. “Eén van de grootste bedreigingen voor populaties zoals dassen of salamanders die overleven in het grotere gebied is dat ze van elkaar worden gescheiden,” zegt Soons. “Tegenwoordig functioneren de drie groene gebieden die aan het Utrecht Science Park grenzen (Sandwijk in het noorden, Amelisweerd in het zuiden, Oostbroek in het oosten) ecologisch gezien als eilanden. Science Park-infrastructuur en -gebouwen vormen een fysieke barrière waar veel wilde soorten niet langs gaan of kunnen. Om meer biodiversiteit te verwelkomen, moeten we niet alleen de omstandigheden van het Science Park verbeteren; we moeten ook de omringende natuurgebieden opnieuw met elkaar verbinden.”

Het doel, gesteund door het Strategisch Plan van de UU, is om Utrecht Science Park te transformeren in een netwerk van blauwe en groene corridors die een veilige doorgang bieden aan wilde dieren. “Boomtoppen vormen startbanen voor bosdiersoorten om van tak naar tak te gaan; waterplassen creëren corridors voor (semi-)aquatische soorten; en kruidenrijke graslandschappen trekken bestuivers aan en bieden ze een habitat, en bieden een lineaire structuur waarlangs ze zich kunnen verplaatsen,” legt Soons uit.

Maar het proces om soorten terug te laten komen kan nog steeds traag zijn. “Neem de kamsalamander,” zegt Soons. “We hebben een landschapscorridor ontworpen die bestaat uit waterplassen om Amelisweerd en Oostbroek met elkaar te verbinden voor deze soort. Maar we verwachten niet dat een individuele salamander in één keer van plas naar plas gaat reizen. Het meest waarschijnlijke is dat één salamander de eerste plas bereikt, eieren legt, en die plek gaat koloniseren. Daarna gaat een nieuwe generatie misschien de volgende plas bereiken, en de volgende, enzovoort.”

Afwegen van belangen

Het herstellen van deze sleutelhabitats vereist zorgvuldige planning. “Waar zouden deze plassen moeten komen? Als ze te dicht bij de rivier komen, kunnen vissen de kamsalamander-eieren opeten, waardoor ze hun doel voorbijschieten,” gaat Soons verder. “Samenwerken met experts in het onderzoeksgebied was een grote hulp om al deze afwegingen te maken.”

Soms kunnen compromissen noodzakelijk zijn. "Het kan gebeuren dat heggen laag en breed moeten zijn voor sommige soorten, maar hoog en smal voor anderen. We kiezen afmetingen die de meeste soorten aantrekken," zegt Soons. "Gaten tussen heggen kunnen problematisch zijn, maar soms onvermijdelijk door bestaande wegen, greppels of toegangsplekken tot velden."

Maar deze uitdagingen, geeft Soons graag aan, maken dit project een inspirerend model voor andere biodiversiteitsherstelwerkzaamheden. "Natuurherstel zelf is niet het moeilijkste deel; dat is dit doen in een gebied waar verschillende belangen naast elkaar bestaan," zegt ze. Op deze manier is het Utrecht Science Park representatief voor andere landschappen in dichtbevolkte gebieden. “Door samen te werken met andere stakeholders ontwierpen we herstelwerkzaamheden voor de plaatselijke situatie. Vooral belangrijk, en zelfs cruciaal, is onze samenwerking met De Tolakker, de leerboerderij aan de faculteit Diergeneeskunde. Samen verkennen we manieren om kruidenrijke graslanden te cultiveren in tenminste 20 procent van de weiden. Dat biedt een nieuwe habitat voor veel wilde planten en dieren, en verbetert uiteindelijk de biodiversiteit.”

“Door dit te doen, veranderen we Utrecht Science Park in een ‘living lab’ voor biodiversiteitsherstel dat representief is voor grote delen van het land. We verkennen best practices en win-winsituaties die kunnen worden geëxtrapoleerd naar echte wereldomstandigheden,” zegt Soons. “Daarom is het ook heel belangrijk dat we het succesgehalte van onze werkzaamheden en de impact daarvan op alle inwoners van Utrecht Science Park en daarbuiten bijhouden, ongeacht welke soorten ze zijn. Zo kunnen UU-wetenschappers uitvoeren waar ze les in geven en leren van interacties in het living lab. Het is zeker uitdagender, maar het is ook waardevoller.”

Herstellen van de plaatselijke biodiversiteit, hoe doe je dat? (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Gov. Deandrea McKenzie

Last Updated:

Views: 6233

Rating: 4.6 / 5 (46 voted)

Reviews: 85% of readers found this page helpful

Author information

Name: Gov. Deandrea McKenzie

Birthday: 2001-01-17

Address: Suite 769 2454 Marsha Coves, Debbieton, MS 95002

Phone: +813077629322

Job: Real-Estate Executive

Hobby: Archery, Metal detecting, Kitesurfing, Genealogy, Kitesurfing, Calligraphy, Roller skating

Introduction: My name is Gov. Deandrea McKenzie, I am a spotless, clean, glamorous, sparkling, adventurous, nice, brainy person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.